Verslag Sytze ten Hoeve lezing 10-3 jl. Verslag Sytze ten Hoeve lezing 10-3 jl.
Verslag Sytse ten Hoeve lezing ‘Friese Pastorieën’

Afgelopen zondag 10 maart vond de derde Sytse ten Hoeve lezing plaats in de Nicolaaskerk van Nijland. Spreker was dhr. Albert Reinstra, bouwhistoricus en senior-specialist kerkelijke bouwkunst bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hij vertelde hoe de pastorieën in de loop van de tijd zijn veranderd en schetste ook de achtergrond van deze vernieuwingen. Hierin legde hij steeds de link naar de pastorie van Nijland, de oudste pastorie van Friesland die tot voor kort nog in gebruik was.
Aanvankelijk bewoonde de pastoor de pastorie. Naast het kerkelijke werk runde hij vaak een boerenbedrijf en in de pastorie trof men dan ook regelmatig een ‘koehuis’ ofwel een stal aan. Het onderhoud van de kerken en de pastorieën werd vaak betaald uit de opbrengsten van de landerijen die in eigendom waren van de kerk.
Toen kerken protestants werden kregen predikanten een vast inkomen. Had de kerkelijke gemeente te weinig inkomsten om het salaris te betalen, dan vulde Gedeputeerde Staten dit aan. Gevolg was wel dat een gemeente dan grond af moest staan. Ook de opgelegde heffingen hadden grote gevolgen en leidden vaak tot noodzakelijke verkopen van vastgoed en landerijen.
Rond 1860 ontstaat er een enorme groei van nieuwbouw en verbouw van pastorieën. De aanleiding hiervoor was dat de floreenplichtigen (grondeigenaren) niet langer de koers bepaalden, maar de democratisch gekozen kerkvoogden. Om indruk te maken op een dominee, werd het uiterlijk van de pastorie erg belangrijk. In het dorp Wons ontstond hierdoor een heel bijzonder beeld: de nieuwe pastorie was veel groter dan het kerkgebouw! In deze periode werden veel klassieke pastoriewoningen gebouwd: grote blokvormige huizen met fraai versierde entrees, hoekversieringen en uitbreidingen met serres. Ook het interieur van de pastorieën kreeg veel aandacht, zoals glas-in-loodramen, ruime studeerkamers en fraai stucwerk.
Aan het begin van de 20e eeuw kozen steeds meer gemeenten voor de bouw van een modernere woning en na de tweede wereldoorlog had de klassieke pastorie zijn tijd wel gehad en werd vaak gekozen voor een nieuw ontwerp. Veel pastorieën werden vanwege de slechte staat, het vele onderhoud of leegstand afgestoten en werden daarna voor nieuwe doeleinden in gebruik genomen.

SCANN – Engelina Lever, Hans de Jong, Geartsje Tjeerdema, Petra van der Wal en Lysbeth Andela
 
terug